Ik ben een digiholic
Gisteren was en in Felix Merites een debat over de digitale lifestyle. Trendbox had in opdracht van Microsoft naar aanleiding van het debat een groot onderzoek onder de nederlanders gehouden die gemiddeld 12 digitale apparaten in huis hebben.
Iedereen heeft natuurlijk mobiel, tv en de PC. Grofweg 2/3 heeft een DVD, digitale foto camera en een laserprinter terwijl 1/3 een mp3 speler, draadloos Internet, video camera, gaming console, webcam en notebook heeft.
Slechts 13% zou niet zonder deze moderne digitale technologie kunnen leven maar 33% vindt computers net zo belangrijk als eten en drinken, 60% vind een computer noodzakelijk om in deze maatschappij te leven en 90% heeft er dan ook een. Mannen zijn nog steeds 10% fanatieker dan vrouwen.
Natuurlijk gebruikt iedereen de PC allereerst voor Internet en e-mail maar driekwart is bezig met Internet bankieren en het manipuleren van foto’s. 2/3 brand Cd’s en speelt spelletjes. Een derde maakt zelf video filmpjes en gebruikt de pc voor administratie, opleiding en werk.
Alles bij elkaar spenderen we bijna 45 uur per maand op de computer, 1.5 uur per dag. Naast werken, slapen en tv kijken, wat we nog steeds 3 uur per dag doen is dat de vierde activiteit van de mens en is supersnel gegroeid. Wereldwijd zijn alleen de Israëli’s, koreanen en de Finnen fanatieker.
Terwijl we het allemaal veel gebruiken en apparaten hebben staat 47% naar eigen zeggen neutraal tegenover technologie, het is een middel, geen doel. 1 op de 10 vind het totaal niet interessant en 1 op de 20 is super fanatiek en wil er alles over weten.
In dit onderzoek hebben ze mensen in groepjes ingedeeld. Ongeveer 1/3 van de mensen zijn digibeten of digidon’ts. Zij vinden al die digitale technologie maar lastig, opdringerig, niet interessant en gebruiken het eigenlijk alleen maar als het niet anders kan. Zo’n 17% zijn digiholics, digitaal leven is een eerste levenbehoefte en ze willen er alles van af weten. 30% zijn techfans die er positief tegenover staan als het hen maar plezier oplevert terwijl 20% de bijbeners zijn die digitale apparaten gebruiken als het allemaal een beetje is uitgekristalliseert.
Interessant vond ik toen de groeps indeling gekoppeld werd aan andere aspecten van het leven. Hoe meer mensen geïnteresseerd zijn in digitale technieken hoe optimistischer ze zijn over de toekomst en hoe toleranter in de samenleving. De digiholics zijn minder van mening dat misdadigers strenger gestraft moeten worden, zijn wat minder gezinsgeoriënteerd, vinden niet dat sex binnen het huwelijk hoort en geloven ook niet zo in leven na de dood. Wat verder blijkt dat hoe progressiever in het gebruik van technologie hoe linkser men stemt.
In de panel discussie met oa de ICT filosoof Jos de Mul www.demul.nl probeerde we nog een slag te slaan of het digitale leven nu een positieve bijdrage was. Het klagen over nieuwe informatie technologie gaat al ver terug volgens Jos. Plato vond boeken een waardeloze uitvinding, het waren voor hem dode dingen die de kunst van het oreren kapotmaakte en de dialoog onmogelijk maakte. Boeken waren een outsourcing van het geheugen en een antwoord op een maatschappelijk die te ingewikkeld werd maar leidde weer tot informatie stress. Computers waren een outsourcing van stukjes denken en vervingen een flinke hoeveelheid mensen. Informatie overload is prima te bestrijden met computers die je googliaans snel naar de gewenste informatie leiden maar zorgt ervoor dat de hoeveelheid informatie uitbundig groeit. Het leren waarderen van de nieuwe tools en er mee omgaan blijft voor elke generatie weer flinke opgave.
Het panal was er niet over eens of de digitale levensstijl leidt tot een betere wereld. Ik wel. Volgens mij leidt deze ontwikkeling tot een transparantere wereld met veel meer mogelijkheden voor mensen om zelf het leven in eigen hand te houden en minder kans dat andere organisaties en mensen het voor je bederven. Maar ach… ik ben dan ook een wel typisch een digiholic.
